Gezondheid

We hopen natuurlijk dat al onze honden 15 jaar of ouder worden, maar helaas is dit niet altijd zo. Ook niet bij de pups die hier geboren worden. Het is de natuur en die is soms hard.

We laten de pups die hier weggaan op een aantal dingen bij de dierenarts controleren en de ouderdieren heb ik op verschillende zaken laten testen , maar helaas is dat ook geen garantie voor de toekomst.

De gezondheid is zo belangrijk en nogmaals, wat ik kan laten testen doe ik! 

Al onze dwergschnauzers zijn jaarlijks getest op de ogen  (ECVO).
Ze allemaal vrij van PRA-B, wat blindheid bij de schnauzers kan veroorzaken.
Ze zijn allemaal vrij van DTP, wat slokdarmverlamming bij de schnauzers kan veroorzaken.
Ze zijn allemaal vrij van MAC, dit is auto immuunziekte die dodelijk kan zijn.
Alle dwergschnauzer pups worden bij de Universiteit van Utrecht gecheckt op Levershunt. Dan gaat de hond zichzelf vergiftigen.

Hieronder een uitleg over de verschillende onderzoeken.

Erfelijke ziekte – Lijder, Drager of Vrije hond

Een individu kan voor een erfelijke ziekte vrij, drager of lijder zijn.

Uitleg test Comma Defect, DTP, MAC, PRA-B, MC, en levershunt  enz. zie onder

Een hond die vrij is, heeft de ziekte niet en kan de genetische afwijkingen ook niet doorgeven aan zijn nakomelingen.

Een drager heeft één gezond en één ziek gen. In geval van een recessief overervende aandoening is hijzelf niet ziek, maar kan hij de ziekte wel doorgeven.

Een lijder heeft twee afwijkende genen en kan de ziekte zelf krijgen, een lijder geeft de ziekte altijd door aan zijn kinderen.

Het gebruiken van lijders in de fokkerij is zeer af te raden en zal een combinatie van lijders zieke individuen voortbrengen.

Het kan nodig zijn om dragers van een recessief overervende aandoening in te zetten, om te voorkomen dat de variatie in andere genen anders verloren zal gaan.
Dit kan alleen als de drager gecombineerd wordt met een hond die vrij is van de betreffende ziekte.

Uitleg test Comma Defect, DTP, CMT, MAC, MC, PDMS, PRA-B HIVEP3, PSS

SCD – Spondylocostal Dysostosis – (comma-defect) Spondylocostale dysostose (SCD, Comma Defect) is een ernstige erfelijke ziekte die veranderingen in het axiale skelet (wervelkolom, ribben) veroorzaakt bij Dwergschnauzer. De aandoening wordt gekenmerkt door veranderingen in de vorm van de wervels, de zogenaamde hemivertebrae (wigvormige wervels), en ribafwijkingen (fusie en vermindering van het aantal tumorgroei). De misvorming van de thorax en van de wervelkolom beïnvloedt de ademhalingsfunctie van de longen en de functie van de wervelkolom en daarom worden de aangetaste pups, vanwege de ernst van skeletafwijkingen, dood geboren of sterven ze kort na de geboorte. Naast deze afwijkingen vertonen de pasgeboren puppy’s een abnormale afname van de lichaamslengte, kenmerkende voorhoofd- en ledemaatafwijkingen. Het kommadefect treft ook menselijke patiënten, maar er zijn enkele medische behandelingen om deze ziekte te behandelen.

Het kommadefect wordt veroorzaakt door een deletiemutatie in het HES7-gen. Dit gen wordt aangestuurd door Notch-signaleringsroute die een cruciale rol speelt bij de ontwikkeling van een individu tijdens de embryogenese en essentieel is voor de juiste vorming van somieten (primitieve segmenten) die aanleiding geven tot ruggengraatwervels.

De mutatie die het kommadefect veroorzaakt, wordt autosomaal recessief overgeërfd. De ziekte ontwikkelt zich alleen bij honden die het gemuteerde gen van beide ouders hebben geërfd. Deze honden worden aangeduid als P / P (positief / positief). De dragers van het gemuteerde gen dat N / P (negatief / positief) wordt genoemd, hebben slechts één gemuteerd gen van één ouder en vertonen geen klinische symptomen. Ze geven deze ziekte echter door aan hun nakomelingen. Genetische tests kunnen de aanwezigheid van het gemuteerde allel detecteren en verdere verspreiding van deze ziekte voorkomen

 

Demyelinating Tomaculous Polyneuropathy. (DTP)Demyelinating Tomaculous Polyneuropathy wat houdt dit onderzoek in?
DTP is één van de grootste veroorzakers van slokdarmverlamming bij de Dwergschnauzers en kan al in de eerste weken lijden tot sterfte bij de pups.
Getroffen honden vertonen klinische verschijnselen die bestaan uit continue episodes van regurgitatie (uitspugen van voer en water zonder lichamelijk braak verschijningen), luidruchtige ademhaling en lichte intolerantie bij inspanning. Dit wordt veroorzaakt door een verlaging van de motorische en sensorische zenuwgeleidingssnelheden, waarvan wordt gedacht dat ze worden veroorzaakt door demyelinatie van perifere zenuwcellen.

Demyelinerende polyneuropathie is een autosomaal recessieve aandoening bij Dwergschnauzers, voor het eerst gekarakteriseerd in 2008.
Honden die lijden aan demyeliniserende polyneuropathie vertonen klinische tekenen die kunnen bestaan ​​uit continue episodes van regurgitatie, inspiratorische stridor (luidruchtige ademhaling bij inademing) en subtiele inspanningsintolerantie, veroorzaakt door een vermindering in motorische en sensorische zenuwgeleidingssnelheden als gevolg van zenuwcel demyelinisatie. Het begin van de ziekte is
vanaf de leeftijd van 3 maanden en klinische tekenen zijn progressief.

In 2014, met samenwerkingsverbanden tussen de Universiteit van Bristol, University College London en de Animal Health Trust, werd de mutatie die demyeliniserende polyneuropathie veroorzaakt geïdentificeerd en is er nu een test beschikbaar bij zowel de University of Bristol als de Animal Health Trust. Om de waarde van de test voor fokkers te evalueren, testte de Animal Health Trust in 20014 – 220 Dwergschnauzers-DNA-monsters die werden verzameld voor niet-gerelateerde projecten, waarbij 11 dragers werden geïdentificeerd. Met dit aantal dragers in de populatie zou je verwachten dat
ongeveer 1 op de 1600 pups die geboren zijn, te maken heeft met demyeliniserende polyneuropathie.

Fokken met twee dragers geeft een kans van een op vier dat een puppy wordt getroffen, dus in een nestmaat van acht zou je verwachten dat twee puppy’s met deze aandoening worden getroffen.

Met betrekking tot Megaoesophagus (slokdarmverlamming) blijken Dwergschnauzers in de meeste gevallen ook te lijden aan DTP, maar ook vele andere, niet-gerelateerde omstandigheden kunnen oorzaak zijn tot Megaoesophagus. Vandaar dat een hond met Megaoesophagus wel of niet de genetische DTP-mutatie kan hebben.

Charcot-Marie-Tooth Neuropathie  (CMT): Honden van het ras dwergschnauzer, die lijden aan Charcot-Marie-Tooth-neuropathie (CMT), ontwikkelen meestal een zogenaamde megaesophagus op de leeftijd van maximaal 2 jaar, wat leidt tot veelvuldig boeren. Larynxverlamming kan leiden tot ademhalingsmoeilijkheden. Meestal leven de honden na het vaststellen van de diagnose nog 3 jaar. De oorzaak van deze aandoening is een genmutatie.

Mycobacterium avium complex (MAC): Bij de dwergschnauzer treedt er een aangeboren immuundeficiëntie (immunodeficiëntie) tegen ziektekiemen van het Mycobacterium avium-complex (MAC) en de bacterie Mycobacterium intracellulare. Dit betekent dat aangetaste honden gevoeliger zijn voor infecties met deze bacteriën (genetische aanleg), omdat hun lichaam door deze erfelijke aandoening er niet zo goed tegen kan verdedigen. Daarnaast werken behandelingen (therapie) bij een infectie niet zo goed. Bij infectie met MAC vertonen zieke honden vaak de volgende symptomen: slaapzucht (lethargie), verlies van eetlust, zwakte, loopneus, conjunctivitis, diarree, zwelling van de lymfeklieren, vergroting van de lever en milt. De eerste symptomen doen zich meestal voor tussen de leeftijd van 1-8 jaar. Bij de dwergschnauzer bleek een mutatie in het CARD9-gen de oorzaak te zijn van de aangeboren immunodeficiëntie en werd een genetische test ontwikkeld die alleen bij Laboklin beschikbaar is (onderzoeksgroep Prof. Giger, VS). Omdat de vatbaarheid voor infectie op autosomaal recessieve wijze wordt overgeërfd, kunnen dieren die geen symptomen vertonen maar de ziekte wel kunnen overdragen, worden ontdekt en uitgesloten van de fokkerij. De genoemde mycobacteriën kunnen van honden op mensen worden overgedragen. Dit is een gevaar voor eigenaren van gezelschapsdieren met een verzwakt immuunsysteem.

Myotonia Congenita (MC): Myotonia congenita is een autosomaal recessieve erfelijke ziekte die kan voorkomen bij de rassen Australian Cattle Dog, Labrador Retriever en dwergschnauzer. De oorzaak is een genmutatie die de skeletspieren aantast. Symptomen van de aandoening bij de genoemde rassen zijn onder meer een stijve, slungelige manier van lopen, slikproblemen en overvloedige speekselvloed en kwijlen. Bovendien werd een veranderd aantal tanden en een overbeet en soms abnormaal geblaf waargenomen, vooral bij de dwergschnauzer.

Persistent Mullerian Duct Syndroom (PMDS): Persistent Mullerian Duct Syndroom (PMDS) is een aangeboren aandoening van de vroege geslachtsontwikkeling. Het wordt veroorzaakt door een genetische verandering (mutatie in het MISRII-gen) bij aangetaste honden. Tijdens de geslachtsdifferentiatie wordt de gelijknamige gang van Müller, waaruit de geslachtsorganen zich ontwikkelen bij vrouwelijke dieren, niet afgebroken bij mannelijke dieren. De uitwendige geslachtsorganen zijn normaal gesproken volledig ontwikkeld. Bij 50% van de getroffen dieren dalen de testes niet in (testiculaire dystopie), wat kan leiden tot onvruchtbaarheid en mogelijk tumorvorming.

Met dank aan LABOKLIN N.V
Verlengde Klinkertstraat 6
6433 PL Hoensbroek (NL)
eMail service.nl@laboklin.com.

 

Levershunt bij de hond, Portosystemische Shunt (PSS)
Al onze dwergschnauzerspups worden bij de Universiteit van Utrecht onderzocht op Levershunt en de ouderdieren zijn hier vrij van.

Wat is een levershunt?
Een levershunt is een aangeboren afwijking die bij veel hondenrassen voorkomt. De bloedvaten die afkomstig zijn uit het gebied van de maag,
darmen en andere ingewanden behoren via de poortader met de lever verbonden te zijn. Wanneer deze bloedvaten, vol met giftige ‘afvalstoffen’ uit de maag en darmen, niet met de lever verbonden zijn, kan de lever het bloed niet zuiveren. Het gevolg hiervan is dat er meer giftige afvalstoffen zoals ammoniak in het lichaam aanwezig zijn.
Bij dieren met een portosystemische levershunt is dit het geval; er is een extra bloedvat aangelegd dat OM de lever heen loopt waardoor de lever het bloed niet kan zuiveren.

De verschijnselen van hond met een levershunt
De verschijnselen van een levershunt kunnen op hele jonge leeftijd worden waargenomen maar het kan ook enkele jaren duren voordat de symptomen duidelijk zichtbaar zijn.
Bovendien kunnen de verschijnselen vrij vaag zijn en ze hoeven niet allemaal voor te komen bij een dier met een levershunt.
Ook hoeven de verschijnselen niet continu voor te komen.

Sloomheid
Sneller moe zijn
Veel drinken en veel plassen
Achterblijven in de groei
Gewichtsverlies
Misselijkheid
Wisselende eetlust
Speekselen/kwijlen
Diarree
Braken
Vaak kleine plasjes doen, persen op de urine
‘Hersenverschijnselen’; dronken lopen, moeilijk slikken, omvallen, in cirkels lopen, door de muur heen willen lopen, toevallen hebben, plotseling in slaap vallen, slecht op prikkels reageren.
Rassen waarbij een levershunt voorkomt
De levershunt is een aangeboren afwijking die voorkomt bij de Cairn Terriër, Berner Sennenhond, Ierse Wolfshond, het Maltezer leeuwtje en de Dwergschnauzer.
Levershunts worden overigens zelden gezien bij katten. Katten die er gevoelig voor kunnen zijn, zijn de Persische kat, Himalayan kat en kruisingen.

Hoe stel je vast of een dier een levershunt heeft?
Bloedonderzoek
Bij het nuchtere dier kan het ammoniak gehalte in het bloed bepaald worden. Een te hoge waarde geeft een verdenking van een levershunt.
Vervolgens kan een ammoniak tolerantie test worden uitgevoerd; er wordt een kleine hoeveelheid ammoniak oplossing in de endeldarm ingebracht en vervolgens
wordt op twee tijdstippen de hoeveelheid ammoniak bepaald. Bij gezonde honden stijgt de ammoniak concentratie niet,
bij dieren met een levershunt vindt een zeer duidelijke stijging plaats.

Behandeling
De levershunt dient operatief gesloten te worden. Deze operatie dient te worden uitgevoerd door een specialist. Het bloedvat wordt niet in zijn totaliteit gesloten aangezien dat kan resulteren in leverbeschadiging. Het bloedvat echter te ver open laten resulteert niet in genezing van het dier.
Soms wordt als ondersteuning een speciaal lever dieet voorgeschreven, maar dit dieet kan de aandoening niet genezen.

Wat zijn de vooruitzichten voor een hond met een levershunt?
Gemiddeld 75-80% van de dieren knapt na een operatie volledig op. Na een geslaagde operatie kan een dier met een levershunt een normaal leven lijden.
Gebruik van een dier met een levershunt voor de fokkerij is afgeraden.